Het is vijf uur in de ochtend, vrijdag, en de lucht boven Thessaloniki kleurt al helemaal roze. De belofte van een mooie dag hangt weer al als een sluier over de stad.
Ik zit op mijn balkon met een kop Griekse koffie die meer drab bevat dan vloeistof, en luister naar het concert van de vuilniskar die met veel enthousiasme de containers omver gooit. Romantiek is een kwestie van wat je negeert.
De stad slaapt nog half, behalve de katten. Die regeren op dit uur met een vanzelfsprekendheid die grenst aan arrogantie. Eén exemplaar — ik noem hem Vassilis — zit elke ochtend op exact dezelfde plek tegenover mijn keukenraam en staart me aan alsof ík hem in de weg zit. Misschien was het ooit zijn appartement.
In de verte kraait een haan met de overgave van een beginnende stand-upcomedian: enthousiast, maar licht naast de toon. Toch geef ik hem mentaal een knikje. We zijn allebei belachelijk vroeg op, op zoek naar zingeving. Of gewoon ontbijt.
Mijn buurvrouw — een voormalige operazangeres die nooit echt met pensioen is gegaan — doet haar ochtendgymnastiek op haar balkon. Ze telt luidop tot tien, blijft haperen op acht, mompelt iets tegen haar planten en zingt daarna spontaan een aria van Verdi. De ficus applaudisseert stilzwijgend.
En straks weer naar het werk, waar Stella me gisteren voor het eerst écht vroeg wie ik ben, en Izizis niet meer doet alsof ik doorzichtig ben. De muren komen langzaam los. Misschien ook omdat ik iets meer durf te zeggen dan alleen maar kaliméra.
En ik? Ik probeer te schrijven. Iets dat betekenis heeft. Iets dat zegt: “Kijk, ik bén hier. In Thessaloniki. Tussen roze luchten, katten met karakter en collega’s die langzaam hun nieuwsgierigheid niet meer verstoppen.” Meestal eindigt het met een half afgebroken zin, een koude koffie en een nieuwe muggenbeet op mijn scheen.
Toch… er is iets verzoenends aan deze stad. Alsof Thessaloniki je zachtjes op de schouder tikt en zegt: “Doe maar rustig, jongen. Niemand weet wat hij doet op dit uur. Zelfs de zon is nog aan het oefenen.”
Van uw correspondent ter plaatse.
A+
Geen opmerkingen:
Een reactie posten