donderdag 3 mei 2012

TANTEKE


Heb ik jullie al eens verteld over mijn tante Reinhilde die in Connecticut woont ? Wellicht niet. Ik heb namelijk geen tante die Reinhilde heet. Laat staan dat ze in Connecticut zou wonen. Ze zou er wellicht niet eens willen doodgaan. Als ze al zou bestaan. Maar dat doet ze dus niet. Althans niet bij mijn weten. Daarentegen heb ik wel een tante Maria. Maar die woont niet in Connecticut. Ze woont in Marke. Heeft wellicht nog nooit van Connecticut gehoord . Maar ze maakt veel goed doordat ze zelf een echt cut-wijf is. En dat is toch ook niet voor iedereen weggelegd. Ze loopt altijd gekleed in mantelpakjes die haar van ver doen lijken op Pino uit Sesamstraat. Maar van dichtbij merk je dat ze bijlange niet zo sympathiek is als die grote blauwe vogel. Je kruist haar dus beter van ver dan van al te dichtbij. Of je zou moeten bijziend zijn. Maar dan lijkt ze wellicht eerder op een baggerschuit. Die net lek is geslagen. Maar daar kan ze zelf niks aan doen. Dat komt door haar twee kartonnen heupen. Vooral als het vochtig weer is durft daar wel eens een knikje in te komen. Daarom ging ze vroeger altijd overwinteren in Benidorm. Maar daar had ze dat probleem evengoed door het overtollig zweten. Eén jaar is ze naar Ysland geweest maar daar liep ze dan weer rond als een houten Jan Klaassen.  En nu blijft ze dus gewoon altijd thuis. In Marke. Bij wereldstad Kortrijk. Waar het anders aardig toeven is. Ik heb er zelf twintig jaar gewoond. Ben u trouwens al ooit eens in Marke geweest? Het dorp waar Blanche en zijn Peird elke dag doorreden. Waar Guido Gezelle op een zondagnamiddag ooit eens is doorgefietst. Wellicht hopeloos verloren gereden. En eerlijk waar, ik zit al een half uur op mijn blad te staren, maar meer kan ik er echt niet over vertellen. Een bezoekje meer dan aan te raden dus. al was het maar om eens binnen te springen bij tante Maria. Ze woont in de schaduw van de St-Brixiuskerk. Of de kerk ligt in haar schaduw, naargelang de stand van de zon. En ze mag dan wel op een afgedankte mosselschuit lijken, maar haar wijsheden die ze te pas en ten onpas tussen de conversaties draait zijn alleen al daarvoor het rijden meer dan waard. 
Een bloemlezing daaruit: 
“Wie het kleine niet eert, is een schop onder zijn kloten weerd.”
“Wat baten kaars en bril, als je lucifer niet fikken wil?”
“Als de kat van huis is, bakt mijn hondje altijd vis.”
“Blaffende honden hebben hun maandstonden.”
“Terwijl twee honden vechten om een been, speelt de derde schaar-blad-steen.”
“Wie een put graaft voor een ander, heet zonder twijfel Alexander.”
Heeft tante Maria echt nog nooit van Connecticut gehoord ?
Woont zij echt in Marke ?
En kan haar hond echt zo goed koken ?
u komt het te weten,bij leven en welzijn, in een nieuwe aflevering van les deux fromages en france.
van uw correspondent ter plaatse.
A+

1 opmerking:

  1. Uw tante Maria, lijkt ondanks alles wel een gezellig en lief mens te zijn maar dat zijn meestal alle dikke mensen hoor ! kijk maar eens naar mij niet dat ik dik ben hoor hoogstens volslank ! Groetjes, nonkel Herman :-)

    BeantwoordenVerwijderen