zondag 22 juni 2025

Thessaloniki

 Er zijn dagen waarop alles te veel is. De kleuren, de stemmen, het verkeer dat geen regels lijkt te kennen, de geuren van gebrande koffie en smeulende souvlaki, de eeuwige symfonie van scooters, kerkklokken en klagende meeuwen. Thessaloniki is geen stad die je voorzichtig tegemoet komt – ze knalt in je gezicht met al haar leven. En ergens daartussen beweeg ik me voort, met mijn hoofd dat soms net zo chaotisch aanvoelt als een Griekse markt op zaterdag.
Mijn ADD helpt daar niet echt bij. Terwijl anderen doelgericht naar hun bestemming snellen, blijf ik hangen bij een scheef verkeersbord, een hond die lijkt te glimlachen, een vrouw die iets mompelt in het Grieks dat klinkt als een bezwering. Mijn hoofd registreert alles. Alles tegelijk. Op mijn werk – waar er voortdurend dingen gebeuren – is het alsof ik in een soort mentale achtbaan zit zonder veiligheidsgordel. Spannend, maar ook: help.

En net op het moment dat ik dacht: “hoe ga ik hier ooit structuur in vinden?”, kwam de metro.
De nieuwe metro van Thessaloniki is een klein mirakel. Niet omdat ze zo bijzonder is – al is ze dat ook: modern, fris, met stations die voelen als kleine musea vol archeologische vondsten – maar omdat ze eindelijk rijdt. Na járen van plannen, graven, opgeven, herbeginnen, protesteren, koffiepauze houden, en weer plannen... is ze er. En net op het moment dat ik aankom. Dat kan geen toeval zijn. Dat is goddelijke timing met een vleugje Griekse ironie.
Voor €1,80 krijg je een kaartje dat je drie uur lang onbeperkt laat reizen. Drie uur! Voor iemand met een hoofd als het mijne is dat een klein paradijs: onder de grond, lekker koel, geen chaos behalve in mijn eigen gedachten. Je kunt er gewoon gaan zitten, mensen observeren – mijn favoriete hobby sinds ik als kind niet naar voetbal keek, maar naar de mensen op de tribune. Je hoeft nergens heen, en toch ben je onderweg. Perfect.
Soms stap ik gewoon in zonder plan, en rijd ik doelloos wat haltes heen en weer. Niet om ergens te geraken, maar om even niet te moeten reageren. Onder de grond hoef ik even niet te functioneren. Geen claxons, geen zonnebrand, geen gestrompel op 35 graden. Alleen ding-dong, volgende halte. Als de metro ooit een lijn zou openen naar mijn hersenen, ik zou een jaarabonnement nemen.
Boven de grond wacht een andere ontdekking: de café frappét. Goddelijk koud, schuimig, energiek en totaal ongeschikt voor mensen met concentratieproblemen. Maar ik drink hem toch. Minstens één per dag. Misschien twee. Oké, soms drie. Ik begin al vaste klantenstatus te krijgen in het barretje op de hoek, waar ze me begroeten met “klassikos?” en ik knik als een junkie in de ochtendzon. Je moet ergens je ritme vinden.
En dan zijn er die momenten. Onverwacht. Vaak in stilte. Soms gewoon terwijl ik in de metro zit, of ergens op een bankje met mijn koffietje. Dat het me overvalt. Plots. Die gedachte aan mijn dochter. En dat ik voel hoe de tranen komen – zomaar, zonder drama. Omdat ik voor haar een soort liefde voel die ik voor niemand anders voel. Zo diep, zo onvoorwaardelijk, zo verstrengeld met wie ik ben, dat het me soms gewoon letterlijk overspoelt.
Ze is veertien. Slim, scherp, supergrappig – net zoals haar vader, al zal zij daar waarschijnlijk hartelijk om lachen. Ze maakt me aan het lachen op de momenten dat ik alles even kwijt ben. En ik hoop dat ze op een dag ook voelt: ik mag kiezen. Ik mag vertrekken. Ik mag opnieuw beginnen. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. Omdat de wereld soms gewoon vraagt: “Zin in een nieuw verhaal?”
Want wat me misschien nog het meest verbaast – naast het feit dat de metro hier dus écht werkt – is het besef: ik ben hier zomaar. Plots. Op 2000 kilometer van huis.
Omdat ik dat besloot.
Geen draaiboek. Geen spreadsheet met “voors” en “tegens”. Geen masterplan. Gewoon gaan.
De mens is van nature nomadisch, dat geloof ik echt. Wij zijn niet gemaakt om dertig jaar lang op dezelfde plek te zitten wachten tot de wifi het weer doet. We zijn gemaakt om te bewegen, te zwerven, onszelf opnieuw uit te vinden. Om af en toe eens alles achter te laten en te zeggen: “En nu, iets totaal anders.”
En dat zelfs een hoofd vol chaos rust kan vinden in een Grieks metrostel. Voor €1,80. Drie uur lang. Mét frappé.  
Van uw correspondent ter plaatse.
A+

Geen opmerkingen:

Een reactie posten