Het was me zaterdag een wreed dagje. Lang geleden dat ik belevenissen van de dag niet uit mijn hoofd kon bannen en 'avonds de slaap niet kon vatten.
Ik was nochtans goed begonnen. Met mijn gember-koffietje, Koen en Zonne rondom mij. De zon was ook van de partij. Koen vertrok richting Fumel en mijn afspraak in Gavaudun verliep zoals verwacht.
Zonne haar vriendinnetje Alexandra stond met een grote glimlach op ons te wachten. Het was toen nog maar 10 uur in de ochtend.
We reden huiswaarts en de kinderen amuseerden zich binnen en zelfs buiten want het was gewoon aangenaam zacht. Vooral fietsen was ons doel. Ik had dan ook de fiets van Alexandra meegebracht.
In de latere namiddag waren beide meiden uitgenodigd op een verjaardagsfeestje.
Alex is een meisje die in een pleeggezin wordt opgevangen. Ze is helemaal opengeboeid de laatste 2 jaren en ik vind haar heerlijk. Stabiliteit en een goede school doen haar blijkbaar deugd. Als ze bij ons komt spelen, lijkt het steeds dat ik net dat ietsie-pietsie meer aandacht geef aan wat en hoe de kinderen spelen, dan wanneer er andere kindjes op bezoek zijn. Het lijkt dat ik steeds net iets voorzichtiger wil zijn. Maar je hebt echter nooit alles in de hand.
Ik had de meisjes beloofd te gaan fietsen naar de lama’s. Een mooi plat stukje weg waar ze goed konden oefenen met hun tweewieler.
Eenmaal bij de lama’s aangekomen, namen we een korte pauze. Ik zette me even op het gras, de zon inademend. Zonne en Alexandra trachtten dichter te komen bij ‘papie-lama’. Er kwam een bok aangelopen en het leek mij evident dat beide dieren op diezelfde weide thuishoorden. We probeerden hem wat bramenblaadjes te geven maar hij was niet erg geinteresseerd.
We wilden terug vertrekken en wandelden naar onze fietsen toen bleek dat de bok was ontsnapt. Aanvankelijk vond ik het wel geestig dat de bok ons volgde en ik dacht hem bijna te gaan strelen maar al snel begreep ik dat hij het anders zag en dat hij het op ons had gemunt. Hij kwam recht op mij af en pikte met zijn hoorns naar mijn benen. Hij duwde me met zijn gewicht opzij. Meerdere malen. Telkens kwam hij terug naar mij.
Alexandra was waarschijnlijk verlamd van de schrik want die hoorde ik niet meer. Zonne schoot in tranen en was erg bang. Ze wilde bij mij in de buurt blijven maar begreep al snel dat dat geen optie was want de bok kwam steeds terug. Hij duwde mij van de ene kant van de weg naar de andere. Ik trachtte ook afstand te nemen van de kinderen want dat was mijn grootste ongerustheid. Zij kropen hogerop op de heuvel, huilden tranen met tuiten, riepen op mama en papa en drukten elkaar stevig de hand.
Ik riep vanuit het diepste van mijn longen en met al mijn kracht: “Au secour! Au secour! Aide-moi...!!” maar niemand die mij hoorde in het kleine Saint-Chalies. Het was iets na de middag, de weinige mensen die er wonen zaten binnen aan tafel.
Voor de kinderen was het beanstigend want zij zagen mij ondertussen niet meer. Ik was achter de bocht met dat beest en hoopte op die manier sneller hulp te ontvangen. De meisjes hoorden me dus enkel om hulp roepen. Ik was uit hun vizier verdwenen.
Uiteidelijk kon ik de bok bij zijn hoorns vatten en vanaf dat moment wist ik dat hij niet meer zou ontsnappen.
Kort daarna kwam er een jager langs en die nam de bok van mij over zodat ik de eigenaar kon gaan zoeken en de huilende kinderen.
Snel kruisten er nog andere auto’s. Zelfs Koen was daar met de frietcamion.
Mijn lijf voelde uitgeput. Van het roepen. Van me te verdedigen. Van de bezorgdheid voor Zonne en Alexandra. Wat was ik blij dat ik die twee engeltjes wat hogerop de heuvel zag zitten. Ze konden niet stoppen met praten. Ze moesten fel ont-stressen.
En toen we eenmaal thuis waren en allen een glaasje water hadden gedronken, gingen die kids maar door en door met babbelen.
Zelfs vanochtend leefde het nog. Zonne vroeg me of de bok weet waar wij wonen? ...
‘t Was me een dagje!
Veel liefs, Katrien
Geen opmerkingen:
Een reactie posten