woensdag 4 november 2015

SCHATJES VAN PATATJES


De laatste maand zat ik wat in de patatten. Letterlijk en figuurlijk.
Het is allemaal goed en wel om een Begisch frituurke te beginnen in de prachtige Lot et Garonne. Maar er komt veel meer bij kijken dan dat ik voor mogelijk had gehouden.
Wat heb je in de eerste plaats nodig om de echte Belgische frietjes te kunnen aanbieden? 
Aardappelen natuurlijk. Je hebt tenslotte slechts één ingrediënt. Als dat niet toppie-toppie is ben je al gezien.
Als je zoals ons op 900km van Kortrijk woont spring je niet zomaar even binnen bij een Belgisch patatten-boerke. Dus probeer je het in eerste instantie met de Franse knollen.
Victoria en Mona-Lisa,  niet mijn oogverblindende buurvrouwen, maar aardappel-variëteiten, hebben me de zomer door geholpen. Maar sinds begin oktober merkte ik dat die twee dames wat op hun laatste poten liepen. Doordat ze teveel suikers aanmaakten kreeg ik in plaats van goudgele frietjes zowaar bijna chocolade-bruine. De Fransen vonden het allemaal best. Maar mijn Belgische klanten begonnen  te mopperen. Met recht en reden.
Ik lag er 's nachts wakker van. En geef toe. Als je wakker ligt van frietjes ben je niet zo goed bezig.
Dus begon ik oplossingen te zoeken. En die vond ik. Een West-Vlaamse streekgenoot opende in juli laatstleden een Belgische frituur vlakbij Agen, op amper drie, weliswaar Franse, boogscheuten hier vandaan. Ik stuurde hem een mail, en zoals dat gaat bij West-Vlamingen onder elkaar, amper een halfuur later was mijn aardappel-probleem van de baan.
Rechtstreeks uit de Vlaamse klei getrokken kwamen vorige week de nieuwe Belgische bintjes deze kant uit. Ik was zo blij als een klein kind dat net te horen heeft gekregen dat de Sint dit jaar twee keer op bezoek komt. 
Van uw correspondent ter plaatse.
A+ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten