woensdag 31 oktober 2012

EAULEVOIL


Mijn grootmoeder-zaliger Marie-Thérèse baatte vroeger een krantenwinkeltje uit.Op de Aalbeeksesteenweg in wereldstad Kortrijk, gelegen aan de boorden van de Leie, was ze wereldberoemd.
Kortrijk was vroeger nog ‘t stad van de bourgeoisie. In de herbergen en brasserieën werd er Frans gesproken. Dat stond chique.
Ik heb het nooit begrepen. Uitgerekend in de stad waar de Vlamingen in 1302 de Guldensporenslag hadden gewonnen.
Hoe dan ook kon ik me er als kind blauw aan ergeren. Wanneer we er op bezoek waren, en dat was net iéts te veel naar mijn zin, ik ben nu éénmaal geen familiemens, spraken mijn mama en Marie-Thérèse Frans onder elkaar. En na een paar glaasjes porto werd het nog beter. Dan zei de ene iets in het Nederlands en antwoordde de ander in bekakt Frans.
Hoe ik er als kind ook de gordijnen van inkroop, uiteindelijk ben ik hen nu héél dankbaar. Want dankzij die wekelijkse “toneelopvoeringen” kan ik me heden ten dage wel vlotjes in het Frans voortbewegen en er zelfs mijn brood mee verdienen op de markt.
Naast mama, baba en oma spreekt Zonne, onze oogverblindende dochter die intussen bijna anderhalf is, nog geen woord Nederlands. Maar sinds enkele weken zwaait ze consequent met haar handjes en zegt ze “eaulevoil”, telkens we van iemand afscheid nemen. Of als ze genoeg heeft van een situatie en gewoon haar eigen ding wilt doen. We spreken thuis altijd Nederlands en toch is haar eerste woordje er één van Franse makelij.
Ik ben alvast benieuwd in welke taal zij zich uiteindelijk zal beginnen uitdrukken. U wellicht ook. Of misschien kan het u wel geen fluit schelen. En dat is uw volste recht.
Ik zit alvast nagelbijtend te wachten, op alweer een nieuwe afleveing van les deux fromages en France.
Van uw correspondent ter plaatse.
A+ 

1 opmerking:

  1. Ze zal zich straks in twee talen kunnen uitdrukken, heerlijk voor haar.
    Ik zit niet nagenbijtend te wachten, maar vindt je stukjes erg leuk!
    Groet, Marthy.

    BeantwoordenVerwijderen