maandag 10 april 2017

MÉMÉ

Mijn oma-zaliger Marie-Thérèse, beter bekend onder haar pseudoniem mémé van 't appartement, is iemand die me heel nauw aan het hart lag. Als ik aan haar denk, en dat gebeurd op heel regelmatige basis, krijg ik tranen in mijn ogen én een glimlach op mijn lippen. Geloof me vrij, ik weet niet wat u, maar slechts een enkeling slaagt erin om dat tegelijkertijd te laten gebeuren.
Zij was een vrouw van uitersten. Op maandag kon ze bij wijze van spreken één van de nagels van jouw doodskist zijn, op dinsdag lag ze met een vierdubbele depressie in bed en op woensdag stond ze al fluitend haar appartement te kuisen, zij kon heel goed fluiten moet u weten, met in haar linker-mondhoek een bungelende blauwe Belga die zijn assen kwistig rondstrooide op de plaatsen die net waren gepoetst, waardoor ze op donderdag terug in bed moest kruipen van ellende.
Op zondag lag ze echter nooit in bed. Dan dronk ze porto met haar enige dochter, mijn mama, en zaten ze uren bekakt Frans te praten. Ze waren geboren en getogen Kortrijkzanen, vandaar.
Haar dood heeft me erg aangegrepen. Vooral ook omdat ik er pas enkele weken later vanop de hoogte werd gesteld. Mijn mama, met wie de verstandhouding op dat ogenblik niet echt toppie-toppie was, vond het niet nodig om mij daarover in te lichten. Ik heb mijn mama, die vorig jaar overleed, alles vergeven, maar dit is toch iets wat altijd wat zal blijven hangen.
Desalniettemin geloof ik ook niet echt in het gegeven dood-zijn. Ik praat nog vaak, al dan niet in bekakt Frans, met haar.
Misschien vraagt u zich wel af waarom ik dit met u deel. Dat is eigenlijk heel simpel. Ik was aan haar aan het denken. En iedere gedachte is goed voor een verhaal. Toch bij mij.
Van uw correspondent ter plaatse.
A+

Geen opmerkingen:

Een reactie posten